Ouderen zijn vaak deels of volledig afhankelijk van anderen en daardoor kwetsbaar voor financiële uitbuiting. In Nederland zijn naar schatting 30.000 ouderen per jaar het slachtoffer van financieel misbruik of financiële uitbuiting. Het werkelijke cijfer ligt volgens deskundigen waarschijnlijk veel hoger. In 85% van de gevallen is de pleger een familielid. De laatste jaren neemt het aantal meldingen toe. Veel ouderen doen geen aangifte, omdat ze niet weten dat ze worden opgelicht, zich schamen of afhankelijk zijn van de oplichter.
De slag naar het digitale tijdperk is door veel ouderen nog niet gemaakt en zij laten hun financiële en administratieve zaken over aan een familielid. Ouderen zijn vaak niet meer bekend met nieuwe betaalwijzen. Of er is binnen de relatie een taakverdeling geweest, waarbij een van de partners de geldzaken behartigt. Na overlijden blijft de overgebleven partner in onwetendheid of onbekendheid achter en neemt een familielid of bekende deze taak op zich. Een zaak van vertrouwen.
Financiële uitbuiting van een oudere is een kwalijke zaak. Het gaat bijvoorbeeld om wegnemen of profiteren van bezittingen van de oudere. Te denken valt aan diefstal van geld, bijvoorbeeld met een bankpas voor zichzelf pinnen, het meenemen van juwelen of andere waardevolle spullen en verkoop of gebruik van eigendommen zonder dat de oudere daar toestemming voor heeft gegeven.